VEF Blog

QESTIONS POUR DES CHAMPIONS, DEVINETTES À LA SAUCE HOLLANDAISE

DEVINETTES...

  Question 1:

Un meurtrier est condamné à mort. Il a le choix entre trois pièces :

-La première est constamment en feu.

-La deuxième est remplie d'assassins bien entraînés avec des pistolets chargés à bloc.

-Et la troisième est pleine à craquer de lions et de loups qui n'ont rien mangé depuis trois ans déjà.

 La question maintenant est de savoir quelle pièce il doit choisir.

Question 2:
Un femme mitraille son mari, le maintient ensuite sous l'eau pendant cinq minutes, après, elle le pend. Et pourtant, une demie heure plus tard, ils sont tranquillement en train de manger au restaurant. Comment est-ce possible ?

Question 3:
Un plongeur était en train de se vanter qu'il pouvait rester un certain temps sous l'eau sans se noyer. Son record était de 6 minutes. Arrive un petit gamin qui prétend pouvoir tenir dix minutes sous l'eau, ce qu'il réussit effectivement. Comment fait-il ?

Question 4 :
Imagine, tu as deux verres d'eau dans un tonneau. Comment peux-tu jeter l'eau dans le tonneau sans la moindre forme de séparation ou de gobelets, et pourtant être capable ensuite de dire quelle eau venait de tel gobelet ?

Question 5:
Qu'est-ce qui est noir quand tu l'achètes, rouge quand tu l'utilises et gris quand tu le jettes ?

Question 6:
Cite trois jours qui se suivent mais sans utiliser de préférence lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi ni dimanche. 

Question 7:
Imagine que tu participes à une course. Tu dépasses le deuxième. Quelle est maintenant ta place dans la course ?

Question 8:
Et si tu dépasses le dernier dans la même course, quelle est alors ta place ?

Question 9:
Fais cela de tête :
Prends 1000 et ajoutes 40 .
Ajoutes  1000 encore une fois, et ensuite 30. ensuite encore une fois 1000, ajoute 20 , ensuite encore une fois  1000  et ajoute encore une fois 10 .
Tu arrives à quel résultat ? 

Question 10 ( la dernière ) :
Le père de Mary a cinq enfants :
1. Nana,
2. Nene,
3. Nini,
4. Nono.
Comment s'appelle le dernier enfant ? 

                               RÉPONSES AUX QUESTIONS :

Réponse 1:
Conseillez-lui de prendre la troisième pièce. Après trois ans sans manger,il est raisonnable de penser que tous les êtres vivants, et bien, sont morts. 

Réponse 2:
Cette femme était photographe ! 

Réponse 3:
Le gamin a tout simplement rempli un verre d'eau, et l'a maintenant pendant dix minutes au dessus de sa tête !  

Réponse 4:
Donnez d'abord des couleurs différentes à l'eau de chaque gobelet, congelez ensuite l'eau et lancez-la bien congelée dans le tonneau.

Réponse 5:
C'est très simple : du charbon pour le barbecue.

Réponse 6:
Hier, aujourd'hui et demain ! 

Réponse 7 :
Si tu dépasses le deuxième, tu deviens toi-même le deuxième et non pas le premier !

Réponse 8:

Si vous avez répondu autre chose que " impossible ", vous avez faux. Il est tout simplement IMPOSSIBLE de dépasser le dernier.

Réponse 9:
La réponse n'est pas 5000, mais 4100. Vérifie donc ensuite avec ta machine à calculer.  

Réponse 10:
Ce n'est pas Nunu, mais tout simplement Mary. Ne pas oublier que nous avons parlé du père de MARY. 

                                                             RAADSELS...

Vraag 1:
Een moordenaar wordt veroordeeld tot de doodstraf. Hij heeft de keuze uit drie kamers:
- De eerste kamer staat constant in brand.
- De tweede zit vol getrainde sluipmoordenaars met doorgeladen pistolen.
- En de derde kamer zit barstensvol leeuwen en wolven die al drie jaar niets hebben gegeten.
De vraag is nu welke kamer hij moet nemen. 

Vraag 2:
Een vrouw schiet haar man, houd hem daarna vijf minuten onder water, en hangt hem daarna op. Toch zaten ze een half uur later samen in een restaurant te eten. Hoe kan dit? 

Vraag 3:
Een duiker zat op te scheppen hoelang hij onderwater kon blijven zonder te verdinken. Zijn record was 6 minuten. Daarna komt er een klein jochie dat beweert tien minuten onder water te kunnen overleven, hetgeen hem ook lukt. Hoe? 

vraag 4:
Stel, je hebt twee glazen water en een ton. Hoe kan je het water in de ton gooien zonder enige vorm van scheiding, zoals schotten of bekers, en toch zeggen welk water uit welke beker kwam? 

Vraag 5:
Wat is zwart als je het koopt, rood als je het gebruikt en grijs al je het weggooid? 

Vraag 6:
Noem drie opvolgende dagen. Je mag echter niet de woorden Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrijdag, Zaterdag of Zondag gebruiken. 

Vraag 7:
Stel, je doet mee met een race. Je haalt de tweede in. Wat is nu je plaats in de race? 

Vraag 8:
En als je in dezelfde race de laatste persoon inhaald, wat is dan je plaats? 

Vraag 9:
Doe deze uit je hoofd:
Neem 1000 en tel er 40 bij op.
Tel daarbij weer 1000 op, en daarna 30. daarna weer 1000, 20 erbij, nog een keer 1000 erbij en tel nog een keer 10 erbij op.
Waar kom je dan op uit? 

Vraag 10 (de laatste):
Mary's vader heeft vijf kinderen:
1. Nana,
2. Nene,
3. Nini,
4. Nono.
Hoe heet het laatste kind? 

Antwoorden: 

Antwoord 1:
Adviseer hem de derde kamer te nemen. Na drie jaar zonder eten is zo ongeveer elk levend wezen wel dood. 

Antwoord 2:
De vrouw was een fotograaf. 

Antwoord 3:
Het jochie vulde gewoon een glas water, en hield dat tien minuten boven zijn hoofd. 

Antwoord 4:
Geef eerst het water uit de verschillende bekers verschillende kleurtjes, bevries het water en gooi het, bevroren en wel, in de ton. 

Antwoord 5:
Het is heel simpel: kolen voor de barbecue. 

Antwoord 6:
Gisteren, vandaag en morgen. 

Antwoord 7:
Als je de tweede inhaald, word je zelf tweede en dus niet eerste. 

Antwoord 8:
Als je hier iets anders dan "onmogelijk" op hebt geantwoord, heb je het fout. het IS namelijk onmogelijk om de laatste in te halen. 

Antwoord 9:
Het antwoord is niet 5000, maar 4100. kijk nog maar eens na met je rekenmachine. 

Antwoord 10:
Niet Nunu, maar gewoon Mary. Niet vergeten dat we het over MARY's vader hadden. 

L